Hoe kan het dat je het ene jaar nauwelijks bladluizen in je tuin hebt en het volgende jaar de helft van je planten vol met luis zitten? Lees het in dit artikel.
In de herfst zoeken bladluizen naar een geschikte plek om te overwinteren. Sommige soorten leggen eitjes die pas in de lente uitkomen. Van andere soorten overwinteren de volwassen exemplaren. In de loop van de lente beginnen alle planten te groeien. Het verse blad biedt veel voeding voor luizen en daardoor neemt de bladluispopulatie toe. Ook in de zomer kunnen bladluizen zich snel vermenigvuldigen. Vrouwtjes krijgen tientallen nakomelingen en zijn ongeveer een week na de geboorte al vruchtbaar.
Bladluizen hebben veel natuurlijke vijanden
Desondanks is de populatie van bladluizen in je tuin meestal vrij stabiel. Bladluizen kennen namelijk veel natuurlijke vijanden en deze vijanden zijn in dezelfde periode actief. De grootste bladluiseter is de larve van het lieveheersbeestje, maar ook volwassen lieveheersbeestjes lusten graag luizen. Daarnaast eten allerlei andere insecten graag bladluis, zoals kevers, wantsen, oorwormen en (larven van) vliegen en wespen. Ook kleine vogeltjes eten bladluis. Vaak voeren volwassen vogeltjes, bijvoorbeeld mussen, hun jongen bladluis.

Bladluisplaag vaak door mieren of het weer
Soms komt het voor dat de toename van de bladluispopulatie voor de vijanden simpelweg te snel gaat en je planten vol komen te zitten met luis. De kans hierop is vooral groot bij bepaalde weersomstandigheden. Een periode van een paar weken met overwegend droog en vrij warm weer kan hiervoor voldoende zijn.

Een andere reden voor overlast door veel bladluizen kan de soms zeer succesvolle samenwerking van luizen en mieren zijn. Bladluizen zuigen sap uit het blad en zetten dit om in een plakkerige substantie waarin veel suikers zitten. Dit noemen we honingdauw. Mieren zijn hier dol op en beschermen soms zeer succesvol een bladluispopulatie tegen andere insecten zoals lieveheersbeestjes, wantsen en vliegen.
Een droge, zonnige en warme lente geeft daardoor grote kans op veel bladluizen en veel mieren. Een wisselvallige lente leidt vaker tot overlast van (naakt)slakken en schimmel.