Voor de vakantiegangers in de Alpenlanden ziet het er de komende dagen vaak nat en onbestendig uit. Sterker nog, regionaal wordt er zoveel regen verwacht dat dit waarschijnlijk leidt tot overstromingen, modderstromen en wateroverlast.
Het Alpengebied heeft al een tijdje te maken met wisselvallig weer. Geregeld kwam het tot buien, maar de komende periode wordt het wel erg nat. Rondom de Alpenlanden vormen zich steeds buien die veel regenwater achterlaten. Zeker tot en met dinsdag blijft het buiig weer. De grootste hoeveelheden zijn weggelegd voor het oostelijk deel van Zwitserland, Oostenrijk en Zuid-Duitsland. In zijn totaliteit worden neerslagsommen van 100 tot 150 millimeter verwacht, lokaal zijn zelfs uitschieters richting 200 millimeter of meer mogelijk.
Deze enorme neerslagsommen kunnen bijzonder gevaarlijk zijn, laat staan in bergachtig gebied. Bij aanhoudende zware regenval in bergachtige gebieden veranderen kleine riviertjes in grote snelstromende rivieren. Regenval op berghellingen verzamelt zich in de vallei, als in een soort trechter. Bovendien kan hevige neerslag ook grond meenemen van hellingen, vooral als er weinig bomen zijn.
Oorzaak van de buien
Het onbestendige weer heeft alles te maken met de lage temperatuur op grote hoogte. Dit gebied met een ‘koude bovenlucht’ zorgt voor veel instabiliteit in de atmosfeer, waardoor er makkelijk stevige buien in Centraal-Europa ontstaan. Niet alleen in het Alpengebied, maar zeker ook in Italië komt het tot kletsnat weer. De buien kunnen hier regionaal zwaar uitpakken. Het uitzonderlijk warme water van de Middellandse Zee zorgt natuurlijk voor erg veel vocht in de lucht. De warme broeierigere lucht dient als perfecte voeding voor de regen- of onweersbuien. Vooral in delen van Toscane en rond het Gardameer kunnen buien gepaard gaan met windstoten en grote hagelstenen.

Lage temperaturen en sneeuw op hoogte
De neerslag heeft natuurlijk invloed op de temperaturen. Tot en met het weekend ligt de temperatuur in de dalen rond een aangename 20 graden, maar vanaf maandag wordt de aangevoerde lucht kouder. Hierdoor komt het kwik in veel bergdorpen overdag niet meer boven 15 graden uit.
Hoog in de bergen is het zelfs koud genoeg voor sneeuw. Op maandag en dinsdag zakt de sneeuwvalgrens lokaal richting 2200 meter. De gletsjers kunnen rekenen op een beschermende laag sneeuw, waardoor ze minder snel zullen smelten.