Op 1 juni begint de meteorologische zomer en laten we een uitzonderlijk zonnige en droge lente achter ons. Zet dit zonnige en droge weer door in de zomer of slaat het weer sterk om en krijgen we weer een typisch wisselvallige Vlaamse zomer? We bespreken in deze zomerverwachting vijf signalen, die iets zeggen over de komende zomer.
1. Dit kun je in een normale zomer tegenwoordig verwachten
Allereerst is het belangrijk dat je weet wat tegenwoordig een normale zomer is. De zomers warmen sinds de jaren 80 snel op, waardoor ook het klimaatgemiddelde stijgt. Klimaat is het gemiddelde weer over 30 jaar. In de meteorologische zomer is het tegenwoordig overdag gemiddeld 21 graden aan de kust tot 25 graden in Limburg. Daarbij is het eind juli en begin augustus nog een paar graden warmer. Begin juni en eind augustus is het juist iets minder warm.
Ruim 70% van de dagen verloopt warm
Een gemiddelde zomer telt ongeveer 65 warme dagen, waarop het 20 graden of meer wordt. En op 24 van die dagen wordt het zomers warm (25 graden of meer) en 5 keer halen we zelfs tropische temperaturen (30 graden of meer). In Limburg liggen deze aantallen nog hoger en in de kuststreek lager. Daarbij schijnt de zon gemiddeld zo’n 7 uur per dag; dat is ongeveer 40 procent van de daglichtperiode.

Een normale zomer gaat gepaard met wisselvalligheid. Juni is gemiddeld de droogste maand van de zomer met in Ukkel 71 mm neerslag en in juli en augustus valt 77 en 87 mm. Naarmate de zomer vordert worden de buien zwaarder en brengen ze meer regen. Het gaat in de zomer vaak om relatief korte en felle buien, want het regent in een gemiddelde zomer slechts 5% van de tijd. Bij droog weer is het dan ook al snel aangenaam buiten.
De normale Vlaamse zomer is dus eigenlijk heel aangenaam om lekker actief te zijn en om op zomers warme dagen naar het strand of een meer te gaan. Vergeet je dan niet in te smeren, want in de zomer is de zonkracht sterk tot zeer sterk, met in juni en begin juli zonkracht 7-8, afnemend naar zonkracht 5-6 in augustus. Tussen 12 en 15 uur kun je bij zonkracht 5 al binnen een half uur verbranden en bij zonkracht 8 al binnen tien minuten.
Gemiddeldes zeggen niet alles
Het klimaatgemiddelde is natuurlijk opgebouwd uit veel normale dagen, maar ook uit flinke uitschieters naar boven en naar beneden. Dit komt doordat we in België sterk afhankelijk zijn van de windrichting, waardoor koele of hete lucht wordt aangevoerd en die kan vochtig of droog zijn. In de recordwarme zomer van 2018 (met een zomergemiddelde van 19,9 graden in Ukkel) waanden we ons bijvoorbeeld aan de Middellandse Zee en in de natte en koude zomer van 2011 in regenachtig Schotland. In 2011 was het zomergemiddelde 16,7 graden.
In juni, juli en augustus is het vaak zonnig en warm zomerweer. Alles over normaal weer in de zomer in dit artikel.

2. Opwarming van het klimaat garantie voor een warme zomer?
Onze zomers zijn door klimaatverandering sterk opgewarmd. De klimaatgemiddelde zomertemperatuur (over de dagen en nachten) is in Ukkel gestegen van ongeveer 16,5 graden halverwege de vorige eeuw naar 17,9 graden nu. De gemiddelde maximumtemperatuur in de zomer steeg van ongeveer 20,7 naar 22,5 graden. Door deze opwarming komt het gemakkelijker tot zomerse dagen dan halverwege de vorige eeuw. Dit aantal is gestegen van 15 naar 24 dagen. Het aantal tropische dagen is toegenomen van 2 naar 5.
Statistisch gezien is de kans op een warme zomer groot. 18 van de 25 zomers (72%) in deze eeuw verliepen warmer dan de toen geldende normaal. Drie (12%) verliepen normaal en slechts vier zomers (16%) waren kouder dan normaal. De top 10 van warmste zomers wordt gedomineerd door jaren uit deze eeuw.
De laatste te koude zomer beleefden we in 2011 met een gemiddelde zomertemperatuur (over alle dagen en nachten) van 16,7 graden. Dat was in de jaren 50 een normale zomer! Het kwam amper tot zomerse dagen en het was ook kletsnat. Opmerkelijk was dat deze zomer plaatsvond na de op één na droogste en recordzonnige lente.
Wat volgt op een zonnige en droge lente?
Een zonnige en droge lente zoals dit jaar maakt veel gedachten los over de zomer. Een veelgehoorde uitspraak is: “Dan zal het in de zomervakantie wel slecht weer worden.” De gedachte hierbij is dat het fraaie weer tegen die tijd ‘op’ is. Hoewel ‘het weer’ geen ‘geheugen’ heeft is deze gedachte niet geheel onlogisch. Het droge weer begon immers al in februari. In ons klimaat zien we dat lange periodes met droog weer vaak worden afgewisseld met lange wisselvallige periodes. Deze lange natte én droge periodes, lijken in ons veranderende klimaat wel steeds langduriger te worden. Zo spraken we in januari van dit jaar nog van anderhalf jaar op rij met vrijwel onafgebroken natter weer dan normaal. In 2018 overheerste juist de droogte.
Statistisch geen verband
Als we naar alle lentes kijken sinds de start van de metingen zien we dat er geen duidelijk statisch verband is tussen een droge lente en een droge zomer. Het valt vooral op dat we in ons land niet vaak zulk standvastig weer hebben dat beide seizoenen zeer droog verlopen. Vaak slaat het weer na een aantal maanden toch om. In die zin moeten we er rekening mee houden dat het wisselvalliger wordt in de zomer dan het nu in deze lente is.
Na zo’n droge lente hoeft er weinig neerslag te vallen om te spreken van een nattere zomer, maar dat wil niet zeggen dat het ook natter wordt dan normaal. Na een droge lente volgde in het verleden meestal een normale hoeveelheid regen.

Droogte kan zichzelf versterken
De droogte waar we nu mee te maken hebben kan wel zijn invloed houden op de zomer, als ook aan het begin van de zomer slechts af en toe regen valt. Blijft de bodem (vrij) droog, dan vergroot dat de kans op warmte. De lucht warmt boven een droge bodem sterker op, doordat er minder energie gebruikt wordt voor het verdampen van het vocht. Doordat er minder vocht beschikbaar is zullen ook minder wolken gevormd worden. En dat betekent meer zon, wat leidt tot verdere uitdroging van de bodem en opwarming van de lucht. Hierdoor steekt hitte dan ook steeds makkelijker de kop op. Gezien de droge voorgeschiedenis is, bij het uitblijven van grote hoeveelheden regen, de kans op hitte en extreme droogte deze zomer wel groter dan normaal!
3. Zo beïnvloedt de Noordzee onze zomer
De Noordzee is ook een factor van belang voor onze zomerverwachting. Wijkt de temperatuur hiervan sterk af van de normaal, dan kan dit grote invloed hebben op de temperatuur in de kustgebieden. De zee is op dit moment, als gevolg van de zonnige lente, al verder opgewarmd dan normaal. Het water is nu zo’n twee graden warmer dan normaal. Dit heeft tot gevolg dat het bij wind vanaf zee, vooral aan de kust, minder fris is.
Als het éénmaal wisselvallig wordt kunnen buien, bij wind vanaf dit warme Noordzeewater, zwaarder uitpakken dan normaal. Ze kunnen dan meer regen met zich meebrengen.

4. Speelt La Niña nog een rol?
Zoals je al in onze lenteverwachting kon lezen was er begin dit jaar sprake van weerfenomeen La Niña. Dit heeft waarschijnlijk bijgedragen aan de droge en zonnige lente waar we nu mee te maken hebben. Inmiddels is La Niña echter voorbij en zitten we in een neutrale situatie. Daarmee is de invloed op ons weer voorbij en bovendien is een verband tussen La Niña of tegenhanger El Niño met het weer in onze zomer niet aangetoond. Wel kan de droge uitgangsituatie, in het zadel geholpen door La Niña, nog tot in de zomer zijn sporen nalaten.
5. Wat zeggen de seizoensmodellen?
De seizoensmodellen tonen voor de komende zomer opvallend duidelijke signalen voor een warme en vrij droge zomer! Alle kaarten tonen zowel in juni, juli als augustus warmer weer dan normaal. Zo droog als in deze lente wordt het niet, maar het lijkt wel aan de droge kant te blijven. Toch zullen we er dus wel aan moeten wennen dat we weer zo nu en dan met buien en regenzones te maken krijgen. Maar dat is wenselijk, gezien de huidige droogte in de natuur. De overgang naar wat wisselvalliger weer zet nu in de laatste week van mei al in.
Doordat het wel droger dan normaal blijft zal de heersende droogte niet verdwijnen, maar zelfs nog iets toenemen. Dit betekent ook dat wanneer we te maken krijgen met zuidelijke winden de kans op extreme hitte groter dan normaal is. Er gaat, zoals hierboven uitgelegd, minder energie ‘verloren’ aan het verdampen van bodemvocht. Richting de hoogzomer wordt de kans daarop bij uitblijven van grote hoeveelheden regen steeds groter. Waar in juni de wind traditioneel nog vaak uit het westen tot noorden waait, is in juli en augustus vaker sprake van zuiden- tot zuidwestenwinden. Tijdens de zomervakanties ligt extreme hitte dus op de loer!

Zo betrouwbaar zijn de seizoensmodellen
Seizoensmodellen zijn nog niet zo betrouwbaar als een weersverwachting voor de komende vijf dagen en schetsen puur een grove trend. Ook in een gemiddeld zachte maand kan zomaar een koude week zitten en andersom. Dergelijke details zijn op zijn vroegst aan te geven in onze maandverwachtingen en natuurlijk in ons weerbericht. Seizoensverwachtingen voor de zomer en winter komen vaker uit dan die voor de lente en de herfst. Dit komt doordat de voorspelbaarheid van de atmosfeer in de overgangsseizoenen, waar kou en warmte elkaar vaak afwisselen, kleiner is.
Conclusie: warme zomer waarschijnlijk, neerslag onzeker
Als we de vijf indicatoren voor de komende zomer samennemen kunnen we concluderen dat de kans groot is dat het minder droog is dan in deze lente, maar alsnog is een vrij droge zomer het meest waarschijnlijk. De kans op een warme zomer is enorm groot en daarbij vergroot de droge bodem de kans op extreme hitte. Zekerheden zijn er niet, want 2011 tekent ons dat het weer ook onverwachts sterk kan omslaan.